Home Lie f desverdriet.info

Hartverscheurende verhalen

Oproep voor hartverscheurende verhalen!
Heb je, na een breuk in je relatie, liefdespijn?
Schrijf je verhaal op en e-mail het naar roelvduijn@planet.nl Wij plaatsen je verhaal, als je wilt onder pseudoniem, graag en gratis in deze site! Je weet, opschrijven is beter worden. Maak het voor jezelf zo lang en precies als de vloed van je tranen.


Ik gun hem mijn tranen niet

van een meisje dat naïef was

 

 

 




Het begon toen ik dertien jaar was.
Mijn ouders waren net gescheiden.We waren verhuisd van een boerendorpje naar de grote stad. Een wereld ging voor mij open.
Op zondagmiddag ging ik met vrienden naar de "grote discotheek".

Dansen was altijd mijn passie. Ik kon mijn gevoel erin kwijt. Heerlijk. Op een zondagmiddag - ik vergeet het nooit meer - zag ik hem staan. Aangekomen in de hal, hoorde ik de muziek galmen. Ik kon niet wachten naar de dansvloer te snellen. In het gangpad, richting de dansvloer kwam ik oog in oog te staan met de meest aantrekkelijke Adonis: met ogen zo bruin als hazelnootkastanje. Wij keken elkaar even aan. Ik smolt.

Liefde op het eerste gezicht. Ik kon mijn ogen niet van deze jongen afhouden. Ritmisch dansend op de muziek probeerde ik zijn aandacht te trekken. Zo verleidelijk mogelijk probeerde ik mijn lijfje te bewegen, om indruk te maken. Ik zag hem naar mij kijken. Of hoopte ik dat hij naar mij keek? Ik werd snel uit die droom geholpen. Mijn aanbedene had een vriendin. Zij liep naar hem toe en kuste hem liefdevol op zijn mooie mond. Wat voelde ik een pijn in mijn hart van jaloezie. Een mes die vlijmscherp was, doorboorde mijn hart. Zijn vriendin kon ik wel wat doen.

Wat deed hij met zo'n verschrompeld mens, dacht ik. Ik was dertien. Zij was zeker acht jaar ouder als ik. Zij zag er uitgeleefd uit. Mijn Adonis was ook zes jaar ouder als ik, als het niet ouder was. Maar ik wilde hem!
Helaas, ik maakte geen kans. Op afstand heb ik kort van mijn superman kunnen genieten. Want we gingen wederom verhuizen. Mijn leven ging door. Naar school gaan en nieuwe vrienden maken. Dat viel niet altijd mee. Als je net gewend bent geraakt aan het stadsleven. Weer in een klein boerendorpje, waar mensen je vreemd aankijken, omdat je er net even iets anders uit ziet als zij.

Gelukkig was ik spontaan en kon me gemakkelijk aanpassen. Dus vrienden had ik zo gemaakt. Ik probeerde me mijn Adonis uit mijn hoofd te zetten. Maar wat ik hier in dit dorpje aan jongens tegen kwam, kon bij lange na niet tippen aan mijn 'onbekende'.

Ik deed mijn dingen: zoals naar school gaan, mijn sport en zingen . Ik zong mijn liefdesverdriet weg. Ik had een leuke vriendenkring opgebouwd en ging regelmatig weekends lekker stappen.


Lange haarlokken

Ik was inmiddels net achtien jaar toen ik met mijn vrienden op een zondagavond aan het stappen was. Ik stond heerlijk te dansen genietend van de muziek. Ik kreeg een onbestemd gevoel. Een gevoel dat er iemand naar me keek.

Vanonder mijn lange haarlokken keek ik naar boven. Ik zag inderdaad door de lichtflitsen heen een gestalte staan. Deze zat mij recht in de ogen aan te kijken. Vervolgens sloeg ik er maar geen acht op. Want uiteindelijk stond ik niet alleen op de dansvloer. Maar in eens wist ik waar dat nare gevoel vandaan kwam. Stiekum keek ik nog eens naar boven. Nee,dit kon niet waar zijn, dit was mijn Adonis! Mijn Adonis van vijf jaar geleden!! Hij knipoogde naar mij, mijn hart maakte een sprongetje. Ik dacht dat ik ter plekke neer zou vallen, zo week werden mijn benen. Ik kon niet bevatten dat hij hier was.

Hij wenkte mij. Ik dacht: je komt maar naar mij toe!Ik deed me zo stoer voor, maar wat was ik inwendig een bang muisje. Eindelijk kwam hij naar mij toe.
Hij was nog mooier als vijf jaar geleden.
Zijn grote bruine ogen keken me indringend maar verleidelijk aan. Hij wond er geen doekjes om. Hij zei dat hij me mooi vond. Dat ik prachtig kon dansen en dat hij graag eens met mij uit eten wilde. Had hij dat nu allemaal net tegen mij gezegd? Ik die anders niet zo snel met haar mond vol tanden zit, sloeg nu dicht.
Ik wist niet waar te kijken, lachte ietswat verlegen.

Adonis pakte me heel liefdevol bij mijn kin, duwde mijn hoofd zachtjes naar achter keek me diep in mijn oge. En fluisterde in mijn oor: "Denk je erover na?".
Mijn hartje ging als een razende tekeer, ik was in de war. Ik zei tegen hem: ik spreek je straks vast nog wel. En ik liep weg. Ik voelde zijn warme hand op mijn kin. Oh wat was ik verliefd. Ik was zo vreselijk verliefd op deze prachtige aantrekkelijke jongen. Ik kon niet meer denken.

Mijn vriendin, die iedere keer bij me was, zei: ben je helemaal gek geworden? Jij laat hem gewoon lopen? Maar ik had lucht nodig, ik moest op adem komen. Uiteindelijk kwam ik hem weer tegen hij bleef maar doorvragen over een etentje met mij. Hij heeft zich voorgesteld. Bram, vierentwintig jaar, uit Leeuwarden.

Ik moest lachen. "Waarom lach je?" vroeg Bram. Ik ken je van vroeger zei ik. Maar dat vertel ik je de volgende keer tijdens het etentje wel!



Sprookje

Een week later hadden we afgesproken. Hij kwam eraan met zijn mooie, rode, glimmende porsche. Het was alsof ik in een sprookje leefde. Bram heeft kennisgemaakt met mijn moeder en mijn stiefvader. En zo is onze relatie begonnen.

Bram had een eigen appartementje in Leeuwarden. Hij was marinier. Als hij zijn uniform aanhad, dan zag hij er oogverblindend uit. Charmant, aantrekkelijk en sexy. En dat was ' mijn' vriend. Bram wist nog wel dat ik het meisje was van vijf jaar geleden. Ik had indruk op hem gemaakt. Vooral mijn ogen, mijn ogen deed hem denken aan kruisbessen met de kleur van de zee zo blauw. Die ogen waren hem altijd bijgebleven. Ik was nu zijn vriendin. Ik kon dat nog steeds niet geloven. Ik was hevig verliefd op Bram.

Zo verliefd , dat als hij mij iets voorschotelde wat ik niet luste, ik het toch opdronk. Ik durfde niet te zeggen dat ik iets anders wilde. Bang om hem te verliezen. Bang dat hij mij niet meer leuk zou vinden.

Als hij s' middags belde en vroeg of ik die avond een rokje aan wilde trekken, dan deed ik dat. Ook al had ik helemaal geen zin om een rokje aan te trekken. Ik durfde geen eigen mening neer tegeven. Als Bram vroeg, wat zullen we vandaag eens doen? Dan zei ik: wat jij wilt, maakt mij niet uit. Ik toonde geen enkel iniatief.

Door mijn enorme verliefdheid, door mijn angst hem te verliezen veranderde tegelijkertijd mijn persoonlijkheid. Ik genoot van Bram, maar niet van mezelf. We waren vaak in Bram zijn appartementje, Samen op de bank, dicht tegen elkaar. Dan streelde hij mijn lange haar. Warm werd ik van zijn liefkozingen. Maar tevens maakte het mij ook bang, want ik zat maar te bedenken tijdens zijn aanrakingen: waar zal ik het met hem over hebben? Dan begon Bram mij liefdevol te zoenen wat dan uitmondde in heerlijke vrijpartij. Dan verdwenen mijn gedachten naar de achtergrond.

Bram gaf mij echt het gevoel dat ik een mooie meid was Hij droeg mij op handen. Maar toch kon ik mezelf niet bij hem zijn. Maarja, ik was verliefd, nietwaar? Dus dan zal dit gevoel er wel bij horen, dacht ik. Bram vond het in het begin ook wel vertederend :zo'n meisje als ik. Een meisje behoorlijk naïef, een meisje dat alles goed vindt.

Dat vond hij juist lief en aantrekkelijk. Anderzijds vond hij het mysterieuse in mij ook boeiend. Dat streelde mij. Als Bram zulke strelende woorden tegen mij zei, kreeg ik enigszins een behoorlijk zelfvertrouwen. Toch speelde er onbewust een stemmetje in mijn geest die tegen mij sprak. Dat stemmetje sprak steeds dezelfde woorden tegen mij. " IJ bent niks waard." Ik wilde niet aan dit stemmetje gehoor geven, dus probeerde ik het te negeren. Dit stemmetje is er ingeslopen door mijn kinderjaren. Nu had ik dan eindelijk de man van mijn dromen, mijn Adonis, mijn Bram. Was dit allemaal wel echt? Of droomde ik dit allemaal?

Op een avond zaten we romantisch in een bistrootje tegen over elkaar. Bram had mijn hand liefdevol vast en streelde mijn vingers. Als hij dat deed, werd ik helemaal verlegen. Ik pakte mijn glas wijn en nam er een slokje van om zo mijn verlegenheid te verbloemen. Opeens zei hij: "ik zou wel een kindje van je willen. Een lief klein mooi wondertje van ons samen." Ik moest mijn best doen om niet nog nerveuzer te lijken dan ik al was. Je zou vast een hele lieve zorgzame moeder zijn, zei Bram.

Ik nam nog maar een slok, wist niet te reageren. Zijn woorden streelden mij. Maar ik moeder? In een roes heb ik zijn woorden in mij opgenomen. Hij keek me aan met zijn verliefde, doordringende blik en vroeg: "schatje, wil je een kindje van me?" Ik vind het erg lief, maar je overrompelt mij hier wel mee, antwoordde ik. Ietwat terleurgesteld begon hij aan zijn hoofdgerecht.

Stil tegenover elkaar zittend.



Te laat op afspraakjes

We hebben er verder niet meer over gesproken. Maar zijn gedrag naar mij toe werd koeler en afstandelijker. Ik wist mij steeds minder een houding tegeven. Keer op keer presteerde hij het te laat op onze afspraakjes te komen. Als we om zeven uur hadden afgesproken, durfde hij gerust drie kwartier later te komen. Als ik hem dan op zijn mobiel probeerde te bereiken, stond die uit. Hoe vaak ik wel niet boodschapjes heb ingesproken op zijn antwoordapparaat. Maar hij gaf geen reactie terug. Gek werd ik van verdriet, want ik voelde dat er iets niet goed zat. Maar als hij dan uren later toch nog kwam, durfde ik mijn verdriet of woede niet uit te spreken.

Of ik nu boos of verdrietig was, ik spak dit niet naar hem uit. En Bram, hij bleef afstandelijk. In de laatse periode dat ik bij hem sliep negeerde hij me volledig. Alsof ik lucht was. Hij ging gewoon zijn gang, praatte niet tegen mij. Nog trok ik mijn mond niet open. Ik wilde het wel uitschreeuwen, dat het mij zo'n pijn deed dat hij mij zo negeerde, maar er kwam niks uit mijn mond. Bram liep naar de slaapkamer. Het was nog maar aan het begin van de avond. Ik zat op de bank. Hij bleef maar weg, ik durfde niet te kijken wat hij deed. Inmiddels was het negen uur en ik ging toch maar even kijken. Lag hij daar in bed, onder de dekens gekropen te slapen. Toen knapte er iets in me. Een golf van woede stroomde er door me heen, ik kon hem wel wat doen!

Ik had het dan wel aan mezelf te danken,;daar was ik me van bewust.
Maar zo ga je niet met elkaar om dacht ik. Ik heb een stukje papier gepakt en het volgende geschreven:

Lieve Bram,

Het spijt mij dat het zo gelopen is.
Ik heb een taxi gebeld om thuis te komen.
ik hou van je,liefs lai


De volgende dag belde Bram op. Hij wilde mij spreken.
Hij klonk kortaf.
Ik vreesde het ergste.



Klaas

Zijn stem had niet vriendelijk geklonken aan de telefoon. Ook had hij geen gedag gezegd, toen hij ophing. Om drie uur hadden we afgesproken in de kroeg. Ons kroegje, waar we vaak samen lol hadden gehad. Waar we samen vaak hadden gezoend en dicht tegen elkaar hadden gedanst. Ik was er ruimschoots op tijd, de muziek van Bonnie Taylor draaide met het nummer 'Heroes'. Toen ik binnenstapte voelde ik een brok in mijn keel , ons nummer! Het was inmiddels kwart over drie.

Geen Bram. Ik voelde een hand op mijn schouder, ik draaide mij om. Het was Klaas, een vriend van Bram. Klaas kwam vertellen dat Bram niet kwam. Klaas moest mij het taxigeld terug geven. dat ik die avond daarvoor gebruikt had om thuis te komen. Tevens mocht Klaas namens Bram zeggen dat het 'uit' is tussen ons.

Reden: ik toonde te weinig iniatief.

Ik voelde een golf van misselijkheid opkomen, ik rende naar het toilet. Ik moest overgeven, gal kwam eruit. Ik had niks meeer gegeten sinds die dag ervoor. Ik heb mij op de grond laten zakken. Ik heb gehuild, geschreeuwd. Voor mijn gevoel heb ik daar uren gezeten. Op een gegeven moment klopte Klaas op de deur. Hij riep: Lai, kom eruit meisje. Ik maakte de deur open, mijn ogen doorlopen met tranen vermengd met zwarte mascara.

Hoe kan hij zo bruut zijn om zo onmenselijk met mij om te gaan? Wat voor zwakkeling is hij, om jou dit te laten opknappen?

Ik kreeg weer nare stemmetjes in mijn hoofd, zie je wel: ik ben het niet waard om van te houden. Ik werd zo kwaad, woede kwam als een windhoos bij me los. Ik sloeg met mijn vuist tegen de spiegel , ik schopte tegen Klaas. Ik heb geschreeuwd, dat ik Bram nu moest spreken. Ik heb zijn mobiel gebeld, zijn antwoordappararaat ingesproken. Nou ja, zeg maar gerust met scheldwoorden. Ik heb hem voor alles uitgemaakt wat maar onmenselijk was. Zo'n Laila als op die zwarte dag, nee zo kende hij mij niet. Maar wat ik ook deed, hoe vaak ik ook belde: hij reageerde niet.
Klaas heeft mij uiteindelijk thuisgebracht.

In tranen heb ik mijn verhaal verteld aan mijn moeder en stiefvader. Maar ik kreeg weinig respons. Uiteindelijk waren zij niet echt gecharmeerd van Bram. Ik heb gehuild, ik heb nog nooit zoveel tranen laten stromen als in die periode. Het leven had voor mij geen zin meer zonder Bram. Ik wilde Bram terug. Ik wilde Bram vertellen en uitleggen dat ik door mijn verliefdheid zo onzeker was geworden. Dat juist daardoor mijn persoonlijkheid veranderd was. Hij had de 'echte Laila' nog niet gezien, ik heb haar niet laten zien! Nu heb ik het verknald!

Ik heb op allerei mogelijke manieren geprobreerd contact met hem te krijgen. Ik heb zelfs zijn moeder gebeld. Zij vertelde mij dat hij voor een half jaar in het buitenland zit en daar bewust voor gekozen heeft. Ik dacht dat ik gek werd, ik zie hem nu een hele poos niet? Ik kan nu net zogoed van een brug afspringen om mezelf in het diepe te gooien, om vervolgens nooit meer boven te komen. Wat voor zin heeft het leven zonder Bram.

Ik had toch gefaald? Want ik had mezelf niet kunnen zijn in mijn relatie met hem. Ik heb dit niet met hem kunnen uitspreken. Ik wist niet wat meer pijn deed. Dat hij het op een brute manier heeft uitgemaakt, of omdat ik mezelf anders heb neergespiegeld. Ik heb een hele poos in mijn eigen wereldje geleefd, een leven van afzondering van de buitenwereld. Totdat mijn ouders mij een halt toeriepen. Hun aanpak was niet leuk, maar heeft mij wel aan het denken gezet. Waarom zou ik blijven treuren om iemand die mij op een waardeloze manier aan de kant heeft gezet. "Je bent nog jong, doe weer leuke dingen, blijf er niet in hangen. "

Eerst dacht; ja,makkelijk gezegd. Maar na de zoveelste traan gelaten te hebben, dacht ik: ik gun jou die traan niet. Jij hebt mij op een onmenselijke manier aan de kant gezet. Ik zal geen traan meer om jou laten. Dit alles heeft zeker wel de nodige maandjes verdriet gekost.



Aanpak

Maar ik ging weer leuke dingen doen. Ik ging weer stappen en ontmoette weer interessante jongens. Ik had er plezier mee. Ik kon weer genieten. Ook begon ik mezelf weer te waarderen en accepteren. Ik werd Laila met haar humor, haar eigen mening en haar zelfrespect. Soms is het nodig tijdens een zware liefdesverdriet, om door een ander op je punten gewezen te worden. Maar dan moet je er wel voor open staan en niet geheel onbelangrijk, er voor klaar zijn. In de tijd dat ik een relatie met Bram had, heb ik altijd geweten dat ik mezelf niet was. Maar in mijn relatie wist ik me er geen raad mee, puur om de reden dat ik bang was om hem te verliezen.

Terugkijkend op deze verliefdheid, zie ik dit als een leerproces. Ik heb mijn liefdesverdriet een plekje gegeven doordat mijn ouders mij gewezen hebben op punten die ik niet wilde zien. Dat ik geen verdriet meer moet hebben om iemand die mij op een brute manier heeft laten barsten.Na de zoveelste traan die je laat, moet je proberen een knop om te draaien en kunnen zeggen: ik gun je mijn tranen niet!.

Laila


 

 

Home |Over ons |Contact || JudyQ©2006-2015 Blueconnexxion Studio